Er is een verschil tussen droogte en verdroging. Droogte is er bijvoorbeeld als er in een periode (veel) minder neerslag valt dan gemiddeld waardoor het hydrologische evenwicht verstoord raakt. Droogte leidt tot minder vocht in de bodem en tot lagere grondwaterstanden. Zowel de natuur als de landbouw kunnen hier last van hebben. Verdroging staat voor een structurele daling van het grondwaterpeil door menselijk handelen. Doordat we ervoor zorgen dat water zo snel mogelijk wordt afgevoerd. Verdroging leidt tot structurele schade aan de natuur en dat effect wordt versterkt door droogte, door weinig neerslag. Juist de combinatie van de al decennia durende verdroging met de droogte van de laatste jaren zorgt voor problemen in de natuur.
Naar aanleiding van de droge voorjaren in 2018 en 2019 heeft KnowH2O in opdracht van onder meer provincies, waterschappen, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer de effecten van de droogte onderzocht. Het rapport Droogte in zandgebieden van Zuid-, Midden- en Oost- Nederland beschrijft de resultaten hiervan. Het onderzoek toont aan dat de droogte het hele watersysteem beïnvloedt: de bodem werd droger, de grondwaterstand daalde en in beken stond veel minder water. Soms vielen beken droog. Tegelijkertijd was er vanuit de landbouw en de drinkwaterbedrijven meer behoefte aan water dan normaal. Onttrekkingen van water verergerden de effecten van droog weer.
In een enquête gaven natuurbeheerders aan dat de droogte in 2018 en 2019 matig tot grote schade had aangericht aan de natuur. Vooral beken, venen en bronnen leden schade, evenals natuurtypen die kenmerkend zijn voor natte en vochtige, voedselarme standplaatsen. Op droge zandgronden legden veel bomen het loodje, met name de fijnspar, en stierf op sommige plekken struikheide massaal af.
De resultaten van de enquête werden grotendeels bevestigd in een statistische analyse van het Landelijk Meetnet Flora (LMF), een monitoringsnetwerk van vegetatieplots waarvan om de 3-4 jaar de soortensamenstelling wordt opgenomen. Deze analyse leverde op dat in de droge jaren meer soorten in aantal en bedekking achteruitgingen (namelijk 50%), dan vooruit (35%). De achteruitgang betrof zowel algemene als zeldzame soorten.
Wij onderschrijven de conclusie van het KnowH2O-rapport dat het huidige zoetwaterbeheer en de inrichting van het watersysteem onvoldoende zijn, om de negatieve effecten van droogte te beperken. Zo heeft het verminderen van het wegstromen van water door stuwen hoog te zetten als het al droog is slechts gering effect. Tijdelijke maatregelen in het waterbeheer zijn niet genoeg. In plaats daarvan moeten we het watersysteem, het waterbeheer en watergebruik structureel aanpassen. Met structurele maatregelen kunnen de effecten van droogte voor een langere periode worden ondervangen.
De onderzoekers bevelen diverse maatregelen aan, zoals:
De kern van dit zogenoemde systeemherstel is samenwerking tussen veel partijen. Staatsbosbeheer werkt in veel natuurgebieden samen met waterschappen, Rijkswaterstaat, boeren en provincies om ervoor te zorgen dat het waterpeil rondom natuurgebieden hoger komt te staan. Want als in het omringende landbouwgebied het waterpeil lager is dan in het natuurgebied, is het onmogelijk om daar het peil hoger te houden.
Het thema Droogte hoort bij één van onze prioriteiten: het klimaat. Wij helpen op verschillende manieren om de klimaatverandering zelf en de gevolgen ervan zoveel mogelijk te beperken. Meer bomen en natter veen bijvoorbeeld. Maar we maken ook de natuur beter bestand tegen weersextremen en we stimuleren het opwekken van duurzame energie.