Nieuws
Wie denkt dat olifanten alleen goed gedijen op inheemse grassen uit Azië of Afrika, heeft het mis. Ook het hooi uit Friese natuurgebieden bevalt ze goed. Iedere zes weken gaat er een vrachtwagen vol hooi van zorgvuldig uitgekozen Staatsbosbeheer-percelen naar de olifanten in ARTIS. En ze vinden het heerlijk.
Olifanten verstouwen nogal wat: dagelijks vijftig kilo hooi plus vijftig kilo groene wilgentakken. Voor de vier Aziatische olifanten van ARTIS, drie vrouwtjes en een jong mannetje, is jaarlijks 73.000 kilo nodig. En ze eten niet zomaar alles. “Ze zijn behoorlijk kieskeurig”, vertelt olifantenverzorger Peter Bleesing. “Als hooi te stoffig is, laten ze het gewoon liggen.”
‘Gewoon’ hooi dat koeien krijgen is minder geschikt voor olifanten. Dat gras is gekweekt om zo eiwitrijk mogelijk te zijn. Het is dus zeer voedzaam. Peter: “Olifanten zouden binnen de kortste keren veel te dik zijn. Zij hebben schraal gras nodig, kruidenrijk maar voedingsstoffen-arm, waardoor ze lekker lange tijd kunnen kauwen zonder te veel voedingsstoffen binnen te krijgen”.
Het maaisel komt uit het Friese Jubbega. Dennis Benedictus is daar teamleider van het beheerteam van Staatsbosbeheer. Hij liep voordat deze samenwerking startte, samen met kenners van ARTIS door de Staatsbosbeheer-gebieden. “Zij hadden heel duidelijk voor ogen wat er moet groeien en bloeien, ze weten wat olifanten lekker vinden en wat niet.
Gelukkig zat er een perceel tussen dat helemaal aan de wensen voldeed. Dit perceel heeft een zanderige bodem waarop zo’n tweehonderd soorten kruiden en grassen groeien, vezelrijk maar calorie-arm. ARTIS koos voor dit perceel en nu gaat al ruim een jaar al het maaisel daarvan naar de olifanten.”
In eerste instantie was ons hooi te kort. Daar werden de olifanten chagrijnig van.
Het vergde nog wel enige aanpassing voor Staatsbosbeheer, herinnert Dennis zich. “Bij de oefenlichting bleek het gras te kort te zijn. We hadden het maaisel eerder voor paarden gebruikt, voor hen was het prima. Maar olifanten moeten het hooi met hun slurf kunnen pakken. Daar was dit eerste hooi te kort voor. De olifanten werden er behoorlijk chagrijnig van. Sindsdien maaien we later, zodat het gras de goede lengte heeft.”
Maaien, schudden, opslaan en vervoeren. Al met al is het een behoorlijk arbeidsintensief proces om het geschikte hooi in de olifantenruif te krijgen. “Maar we doen het graag”, zegt Dennis. “Op de eerste plaats omdat we als Staatsbosbeheer steeds op zoek zijn naar zinnig hergebruik van ons maaisel (zie kader). Maar ook omdat het veel werkplezier oplevert. Iedereen vindt het prachtig om dit voor de olifanten te doen, het stimuleert ons vakmanschap en je hebt een mooi verhaal op feestjes. En we hopen binnenkort – als dat coronagewijs weer kan – met het hele team de olifanten eens te bezoeken.”
Ook ARTIS is goed te spreken over de samenwerking. Inkoper Moniek ter Sloot: “Staatsbosbeheer analyseert precies wat er allemaal groeit op hun percelen. Zo hebben wij goed zicht op de samenstelling van het hooi, want dat is voor olifanten zeer belangrijk. Wij mochten zelf het perceel met de beste samenstelling uitkiezen. De samenwerking verloopt als een speer. We hebben ontzettend goed contact, we kunnen altijd bij hun terecht en de beestjes zijn er blij mee. Dus wat mij betreft houden we dit nog lang vol.”
Staatsbosbeheer maait het grasland om het gebied bijvoorbeeld geschikt te houden voor weidevogels. Het maaisel zelf is eigenlijk een restproduct. Tot 2015 werd dat tegen betaling door daarin gespecialiseerde bedrijven opgeruimd. Nu worden steeds meer manieren bedacht om dit maaisel te hergebruiken. Het grootste deel wordt nu gebruikt voor bodemontwikkeling. Maar het dient ook als strooisel voor in koeienstallen en als mengvoer voor geiten. En nu dus ook als voer voor olifanten. Daarnaast worden de groene doosjes van de biologische AH-eieren van het maaisel gemaakt. En er loopt een project waarbij het maaisel als grondstof dient voor isolatieplaten. Zo zoekt Staatsbosbeheer steeds weer naar mooie manieren om het maaisel te hergebruiken.