Nieuws
Door veengrond natter te maken, voorkom je CO2-uitstoot. Met Valuta voor Veen kunnen bedrijven en organisaties hierin investeren en zo hun eigen CO2-uitstoot compenseren. In juli zijn de eerste investeringen gedaan om het waterpeil in Westzijderveld te verhogen. “Het peil staat nu zo’n vijftien centimeter hoger”, vertelt Juriaan Luppers, projectmedewerker bij Staatsbosbeheer.
Veengrond bestaat uit halfverteerde resten van planten. Doordat ze duizenden jaren lang onder water stonden, kwam er nauwelijks zuurstof bij. Dit zorgde ervoor dat ze niet verder verteerden en het opgeslagen CO2 vasthielden. Als het water verdwijnt, komt veen in aanraking met zuurstof, treedt oxidatie op en wordt het afgebroken. De opgeslagen CO2 komt vrij.
Nederland is van oorsprong een veenrijk land, ooit bestond twee derde van ons land er uit. Dat is voor een groot deel verdwenen. In eerste instantie door turfwinning, later vooral door ontwatering voor agrarisch gebruik. Maar ook het overgebleven veen zorgt jaarlijks nog voor twee à drie procent van onze totale CO2-uitstoot. De enige manier om dat tegen te gaan, is ervoor zorgen dat het veen nat blijft.
Het Westzijderveld bij Koog aan de Zaan, is zo’n gebied. De langgerekte veeneilanden liggen in de Polder Westzaan. Juriaan vertelt dat dit tot de jaren negentig van de vorige eeuw landbouwgebied was. “Sindsdien is het eigendom van Staatsbosbeheer en proberen we het natter te houden. Het is inmiddels vrij nat moerasland. Het lukt om het regenwater langer vast te houden, maar door verdamping en droogte krijgen we het waterpeil zonder extra maatregelen niet verder omhoog. Daarom hebben we dit gebied aangeboden voor Valuta voor Veen.”
Valuta voor Veen is een initiatief van de gezamenlijke Natuur- en Milieufederaties en valt onder de Stichting Nationale Koolstofmarkt. Deze stichting heeft onder meer Staatsbosbeheer gevraagd welke percelen hiervoor geschikt zijn. Bedrijven en organisaties die belangstelling hebben voor koolstofcompensatie kunnen ook daar terecht. Niet ieder bedrijf komt in aanmerking voor deze certificaten. Een bedrijf moet eerst zelf aan de slag om de uitstoot te reduceren. Alleen voor het deel dat na uitstoot-vermindering overblijft, kunnen zij koolstofcompensatie kopen. Zo’n certificaat kost honderd euro en daarmee wordt een ton CO2-uitstoot voorkomen.
Met pompen en schotten zorgen we voor een hoger waterpeil
In het Westzijderveld leent ongeveer twintig hectare zich voor Valuta voor Veen. “Door het waterpeil vijftien centimeter hoger te brengen, stoot dit gebied in tien jaar tijd naar verwachting zeshonderd ton minder CO2 uit. We kunnen dus zeshonderd certificaten verkopen. In juli zijn de eerste honderdzestig certificaten verkocht aan drie organisaties.”
Hoewel slechts een deel van de certificaten tot nu toe is verkocht, zet Staatsbosbeheer zich wel al voor honderd procent in voor het natter maken. “Ja, want dat kan je niet voor een kwart of voor een derde doen. We hebben maatregelen genomen om het peil in het hele gebied vijftien centimeter te verhogen.”
Tot voor kort werd in het Westzijderveld alleen geprobeerd het water vast te houden. Met Valuta voor Veen is het mogelijk ook actief water toe te voegen. “Met nieuwe op zonne-energie werkende pompen zorgen we nu voor een grotere watertoevoer op de eilanden, uit het omringende water”, vertelt Juriaan. “Daarnaast zorgen we met schotten op verschillende plekken tussen de eilanden dat het waterpeil van het water hoog blijft, wat een positieve invloed heeft op het grondwaterpeil van de eilanden. Deze maatregelen hebben we eind 2022 genomen en nu is het een kwestie van meten. Vorige week was ik er nog, toen stond het waterpeil inderdaad vijftien centimeter hoger. Het is de bedoeling dat dit jaarrond zo hoog staat.”
Een hoger waterpeil zorgt voor meer biodiversiteit. Zo voelt onder meer de roerdomp zich hier thuis. Een hoger grondwaterpeil in veenmoeras zorgt niet alleen voor minder CO2-uitstoot, het draagt ook bij aan de biodiversiteit. “Zo ontstaat er weer nat moerasland dat vroeger rijkelijk aanwezig was in Nederland. Met veel inmiddels zeldzaam geworden veenmossen en orchideeën. Het is leefgebied voor rietvogelsoorten zoals de roerdomp, rietzanger, blauwborst en baardman. Ook de Noordse woelmuis voelt zich er thuis.”
Omdat nog niet zeker is of het lukt het waterpeil zo hoog te houden, staat ook het resultaat, de zeshonderd ton CO2-reductie, nog niet vast. “Daarom is dit nog een pilot”, zegt Juriaan. Uiteraard is dit niet het enige veengebied dat Staatsbosbeheer natter maakt. “Dat doen we op meer plekken. Maar het kost geld om gebieden natter te maken en het kost geld om ze nat te houden. Dat kunnen we lang niet overal doen waar dat nodig is. Daarom is dit een mooi initiatief: wij maken het veen natter, anderen betalen.”