Een bezoek aan Hollands Duin is in elk seizoen een waar genoegen. In het voorjaar keren de nachtegaal en de roodborsttapuit terug uit het zuiden. De laatste zit graag boven op een paaltje of struik. De temperatuur loopt in de duinen snel op. De kleine veldkers en de vroegeling bloeien daarom al in maart. Duinviooltjes, reigersbekken, bitterkruid en zandzeggen kunnen goed tegen de warmte en bloeien hier volop. In de herfst draagt de duindoorn zijn opvallende bessen. Ook het mos ligt er dan prachtig bij. En ’s winters is het vooral de stilte die het gebied zo aantrekkelijk maakt.
Op de zanderige zuidhellingen kan de temperatuur ‘s zomers oplopen tot boven de 60 ˚C. Wie een rauw ei in het mulle zand ingraaft, kan dat er na 20 minuten gekookt uithalen. De planten in het Hollands Duin moeten goed tegen hitte kunnen, maar ook tegen kou. Want net als in de woestijn daalt de temperatuur 's nachts drastisch. Op een heldere zomernacht kan het 5 graden vriezen.
Boswachter Joël Haasnoot: "Het mooiste deel van Hollands Duin vind ik de Coepelduynen, met zijn zandverstuiving. Daar kun je nog zien hoe de duinen ooit ontstaan zijn: door een samenspel van zand en wind. Er groeit bremraap, hondskruid, nachtsilene en ogentroost. Ik kom er vaak een ree of vos tegen".
In het Hollands Duin zijn veel restanten te vinden van de Atlantikwall, de verdedigingslinie die in de Tweede Wereldoorlog werd aangelegd door Nazi-Duitsland. Een paar bunkercomplexen uit deze tijd kun je in de zomermaanden bezoeken, namelijk Rijksdorp en de Vleermuisbunker in Wassenaar. Ga met een deskundige gids op pad en dompel je onder in het verleden. Je vindt de excursies in het voorjaar onder Activiteiten.