Nieuws

5 sprinkhanen die je steeds vaker hoort in de Gelderse Poort

  • 11 juli 2024
  • Biodiversiteit
  • Leestijd 4 minuten

Wandel je op een warme (na)zomeravond langs de oevers van de Waal, dan zal het je niet ontgaan: de lucht is gevuld met getsjirp van sprinkhanen en krekels. De laatste jaren ontdekken we steeds vaker nieuwkomers in ons land. En ook in aantallen zijn het er meer. Door klimaatverandering rukken zuidelijke soorten steeds verder op. Maar er is meer aan de hand: we zoomen in op de Gelderse Poort.

De blauwvleugelsprinkhaan heeft kort geleden de Gelderse Poort ontdekt en komt er nu massaal voor.

Dynamische riviernatuur

De natuur in de Gelderse Poort is uniek. In de 4.000 hectare uiterwaardennatuur geeft Staatsbosbeheer de dynamische riviernatuur de ruimte om zich zo veel als mogelijk zelf te laten ontwikkelen. Het is nieuwe natuur: dertig jaar geleden was op deze plek nog landbouw, met intensief begraasde en bemeste weilanden en akkers met maïs. Nu grazen er het hele jaar door runderen en konikpaarden. Deze vorm van beheer zorgt voor een enorme soortenrijkdom van bijvoorbeeld vogels, libellen en bijen. Maar ook sprinkhanen: we zien steeds meer nieuwkomers en soorten die een comeback maakten.

Hoe werkt dat? Door de zogeheten ‘jaarrondbegrazing’ ontstaat er veel variatie in het landschap. De begroeiing bestaat uit een mozaïek van kort gegraasd gras, ruigtes, struwelen en opgaand bos. En omdat er niet gemaaid wordt zijn er bloemen van het voorjaar tot in de late herfst. Sprinkhanen doen hun voordeel met deze variatie in begroeiing: sommige soorten houden van kale zanderige grond en andere soorten juist van beschutte struiken. De nieuwe sprinkhaansoorten komen uit het zuiden via het Rijndal naar ons land, deels door eitjes meegevoerd tijdens hoogwater, maar misschien ook wel voor een deel vliegend. Vanuit de Gelderse Poort verspreiden ze zich verder Nederland in.

De blauwvleugelsprinkhaan houdt van zand met her en der een grassprietje langs de Waal.

Blauwvleugelsprinkhaan

Neem de blauwvleugelsprinkhaan. Geen nieuwkomer in Nederland, maar wel een soort die kortgeleden de Gelderse Poort ontdekt heeft en er op sommige plekken nu massaal aanwezig is. Deze sprinkhaan houdt van kale plekken, zand met her en der een grassprietje. De oevers langs de Waal zijn zanderig en warm. Een weinig opvallend insectje….totdat ze wegvliegen. Ze danken hun naam aan hun blauwe vleugels die je dan pas ziet. Je vindt ze op rivierduinen en rivierstranden.

De weidesprinkhaan heeft baat bij jaarrond begraasde natuur (foto: Peter Hoppenbrouwers).

Weidesprinkhaan

Dan de weidesprinkhaan. Deze soort was sinds lange tijd uitgestorven in Nederland en werd in 2018 herontdekt in de Klompenwaard. De weidesprinkhaan is zeer zeldzaam in Nederland. Via de uiterwaarden verovert hij steeds meer terrein richting westelijk Nederland. Ook deze sprinkhaan heeft baat bij de jaarrond begraasde natuur in de Gelderse poort. Hij leeft vooral op de oeverwallen pal langs de rivier, en houdt van gras en kruisdistels.

De duinsabelsprinkhaan voelt zich niet alleen thuis aan de kust, maar ook in rivierduinen.

Duinsabelsprinkhaan

Ook de duinsabelsprinkhaan werd ontdekt. In 2022 werd een flinke populatie aangetroffen op de oeverwal van de Erlecomse Waard. Dit is echt een spectaculaire ontdekking, want deze soort leeft - naast een kleine binnenlandse populatie op de Kunderberg in Zuid-Limburg- alleen in de duinen aan de kust. Maar blijkbaar voldoen de duinen aan de rivier ook.

De zuidelijke sikkelsprinkhaan vestigde zich in onze warme rivieroevers (foto: Rob Felix).

De zuidelijke sikkelsprinkhaan

In 2023 werd de laatste nieuwkomer gevonden, de zuidelijke sikkelsprinkhaan. Ook deze sprinkhaan volgde het Rijndal naar het noorden. De Gelderse Poort was de eerste plek waar deze sprinkhaan zich op natuurlijke manier vestigde. Warme rivieroevers met verspreide begroeiing van vooral jonge zwarte populieren zorgen voor geschikt leefgebied. Deze sprinkhaan is moeilijk te vinden, want zit vaak verstopt in de hoge begroeiing. De zang van de zuidelijke sikkelsprinkhaan is nauwelijks met het blote oor hoorbaar door een piekfrequentie rond de 17 kHz. Hun hoge getjirp kun je met een zogeheten batdetector wel horen. Geluiden maken, striduleren, doen sprinkhanen trouwens om twee redenen: ze communiceren onderling om vrouwtjes aan te trekken of hun territorium af te bakenen.

De boomkrekel, geen sprinkhaan maar wel familie.

Boomkrekel

De boomkrekel is geen sprinkhaan maar wel familie. Krekels zijn net als sprinkhanen rechtvleugeligen, ze behoren dus tot dezelfde groep dieren. En in de Gelderse Poort deed in 2004 een krekel zijn intrede die er inmiddels algemeen is: de boomkrekel. Deze soort profiteert ook van natuur die het hele jaar begraasd wordt. Ze zijn klein, lichtbruin en nauwelijks te zien, verborgen in struiken en ruigten. Horen kun je ze wel, zingen doen ze graag in koorverband. De afwisseling van kortere en hogere begroeiing vindt hij prettig. In ons land is-ie zeldzaam, maar in de Gelderse Poort leven ze in grote aantallen in de buurt van de rivieroever. Vanaf de rivieroevers verspreiden ze zich steeds meer, ook naar gebieden wat verder weg van de rivier, je hoort ze zelfs in woonwijken.

Nieuwe soorten?

De Gelderse Poort kenmerkt zich door mozaïek van verschillende soorten begroeiing. Van kaal zand tot bos en alles wat daartussen zit. Sprinkhanen doen het goed in deze microklimaatjes. In ons land vind je ruim veertig soorten sprinkhanen, 29 daarvan komen voor in dit natuurgebied. Veel van de soorten leven er ook nog eens in grote aantallen. En daar profiteren weer andere soorten van. Zo keerde bijvoorbeeld na bijna vijftig jaar afwezigheid de grauwe klauwier terug als broedvogel, en die eet maar al te graag grote sprinkhanen.

Boswachters en vrijwilligers blijven opletten en bestuderen iedere sprinkhaan. Want er zijn meer potentiële nieuwkomers onderweg. Grote kans dat de komende jaren bijvoorbeeld de bleekgroene sprinkhaan en slanke groenvleugel opduiken. Ook deze zijn via het Duitse Rijndal naar ons op weg.

Meer over dit onderwerp